|
Hazenhart
Idil januari 1962
De 5e druk van Hazenhart, door Cissy van Marxveldt, vond tenslotte 'n plaatsje
in nr. M10 van "De witte Raven".
Een nogal opgeschroefd en vaak weeig-leuk bakvisverhaal uit de 30er jaren,
met de onaannemelijke verwikkelingen van een patronaatsklucht. Een mallotig-ijdele
schrijver van leesvoer heeft een slaafs toegewijde vrouw en een pittig nichtje
Ann, dat bij hen is opgevoed. Oom wil niets weten van haar geliefde, die dan
incognito bij hem in dienst treedt als secretaris, compleet met valse baard
en schmink. en zich als zodanig wel met Ann mag verloven. Tante is in het
complot, wordt van Hazenhart plotseling Leeuwenhart, en de secretaris helpt
haar aan het slot, haar dame-huishoudster te ontmaskeren, die het voorzien
heeft op de heer des huizes en bovendien met haar broer een berucht dievenpaar
blijkt te vormen. De enige poging om het overjarige gevalletje te moderniseren,
bestaat in het woord "oliestook", dat vreemd wordt rondgestrooid tussen de
overigens voorwereldlijke decors. Het als vlot bedoelde taaltje is doorspekt
met afgrijselijkheden, terwijl bepaalde merkwaardige onbegrijpelijkheden een
slordige bewerking naar een buitenlands origineel suggereren. Voor wie geen
eisen stelt.
Hazehart
herdr. (Westfriesland) "Witte raven jeugdpockets";
no. M 10.
A. J. Moerkercken van der Meulen
Bureau Boek en Jeugd der C.V. maart 1970 - no. 154
De 19-jarige Ann woont in huis bij een tirannieke oom, die
zich door zijn ijdelheid gemakkelijk laat beetnemen en bij diens vrouw die
een hazehart lijkt, maar eenmaal uit haar tent gelokt voor geen kleintje vervaard
is. Ann weet veel moeilijkheden vrij gemakkelijk te ontlopen en wordt hierin
trouw terzijde gestaan door tante en verloofde. Het is echter de dame voor
de huishouding die voor de intrige zorgt. Met haar ontmaskering wordt het
boek besloten.
De omstandigheden die beschreven worden zijn uiteraard verouderd; het verhaal
is niet belangrijk maar pretendeert dat ook niet. Het zal evenwel door menigeen
als gezellig niemendalletje gelezen worden. 12 a 13 jaar.
Hazehart
ills. Herson herdr. (Westfriesland) "Witte raven; no.
M 10".
Joke Linders-Nouwens
NBLC Den Haag; dienst boek en jeugd recensie 78-J-34
Ann is de hoofdpersoon van een romannetje dat als titel een andere persoon
heeft. Hazehart ie namelijk de bijnaam van haar tante, bij wie Anne inwoont
en die een zeer onderdanige houding heeft ontwikkeld jegens haar tirannieke
echtgenoot, een beroemd schrijver van detectives.
Hazehart ontwikkelt zich in de loop van het verhaal, dankzij allerlei gebeurtenissen
van buitenaf, tot een zelfstandige vrouw die een misdaad voorkomt en een gelukkige
verloving bewerkstelligt. De drie elementen In dit verhaal de emancipatorische
ontwikkeling, het speurderselernent en het vleugje romantiek zijn alle drie
onwaarschijnlijk en slecht uitgewerkt. De kombinatie is zo mogelijk nog onwaarschijnlijker.
De karaktertekeningen zijn uiterst oppervlakkig en spanning is er in het hele
verhaal niet te vinden. Het taalgebruik staat bol van de dialogen die echt
niet allemaal even makkelijk te volgen zijn. Een en ander speelt zich af in
een milieu dat bijna antiek is. Tegenwoordig bestaan er geen landhuizen meer
die je vlotweg kan huren en bellenmeisjes behoren tot grootmoeders tijd. Toen
was het ook heel gewoon dat je als meisje iedere opleiding verfoeide, nu denken
we daar toch wel wat anders over.
|